U kunt bezwaar maken tegen een beslissing van de Belastingdienst wanneer u het niet eens bent met een belastingaanslag, een voor bezwaar vatbare beschikking, voldoening of afdracht op aangifte. Bent u op zoek naar een ervaren advocaat op dit gebied van het belastingrecht? Dan bent u bij ons aan het juiste adres.
In dit artikel zullen wij u inzicht verschaffen over de regels in de fiscale bezwaarprocedure.

Bezwaar tegen fiscaal besluit

Het belastingrecht kent een zogenaamd ‘gesloten systeem’ van voor bezwaar (en beroep) vatbare besluiten. Niet alle besluiten zijn echter vatbaar voor bezwaar (en beroep). Dit alles is voor een belangrijk deel te vinden in de algemene wet bestuursrecht (Awb) en de algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De Awb gaat met name over de rechtsbescherming van de belastingplichtige, en de AWR over de rechten van de Belastingdienst.
Besluiten zijn vatbaar voor een dergelijk bezwaar of beroep als expliciet in artikel 26 van de AWR als volgt bepaald:
“In afwijking van artikel 8:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen een ingevolge de belastingwet genomen besluit slechts beroep bij de rechtbank worden ingesteld, indien het betreft: a. een belastingaanslag, daaronder begrepen de in artikel 15 voorgeschreven verrekening, of b. een voor bezwaar vatbare beschikking.”
én
“De voldoening of afdracht op aangifte, dan wel de inhouding door een inhoudingsplichtige, van een bedrag als belasting wordt voor de mogelijkheid van beroep gelijkgesteld met een voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur.”
Als hoofdregel geldt derhalve dat bezwaar moet worden gemaakt tegen een fiscaal besluit voordat beroep bij de rechter openstaat. In bezwaar heroverweegt de inspecteur het bestreden besluit. Voorgaande houdt in dat bezwaar kan worden gemaakt tegen een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking. Daarbij geldt dat bezwaar ook mogelijk is ten aanzien van de voldoening of afdracht op aangifte. Voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting zijn echter van het aanslagbegrip uitgezonderd. Daarvoor zal eerst om herziening verzocht moeten worden, waarop de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist.

Wanneer in bezwaar

Het bezwaarschrift moet tijdig zijn ingediend. De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken. De bezwaar- en beroepstermijn zijn van openbare orde. De inspecteur en belastingrechter mogen er dus niet ten gunste van de belastingplichtige van afwijken. Een te laat ingediend bezwaarschrift moet niet-ontvankelijk worden verklaard (tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest).
Het bezwaarschrift is tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen, waarbij in het geval van twijfel op de bezwaarmaker de bewijslast rust het ontvangsttijdstip aannemelijk te maken. Het risico van juiste en tijdige verzending ligt bij het aanwenden van een rechtsmiddel dus bij de belastingplichtige. Bij verzending per post is dit risico afgezwakt aangezien tijdig bezwaar is gemaakt als het bezwaarschrift binnen de termijn ter post is bezorgd en het uiterlijk een week na afloop van de termijn is ontvangen.

Wie kan een bezwaarschrift indienen

Een fiscaal belanghebbende is degene die bezwaar en beroep kan instellen met dien verstande dat aan degene aan wie een aanslag is opgelegd, een voor bezwaar vatbare beschikking is gericht of belasting op aangifte heeft voldaan of afgedragen. Een belastingplichtige kan zich daarnaast laten vertegenwoordigen, zowel voor het indienen van de aangifte als voor het maken van bezwaar of het instellen van beroep. In dat geval is de inspecteur verplicht de uitspraak op bezwaar (en eventuele andere stukken die op het bezwaar betrekking hebben) aan de vertegenwoordiger te zenden. Als belanghebbende zelf een bezwaarschrift indient en het bezwaarschrift wordt aangevuld door een gemachtigde, dan mag de inspecteur hieruit afleiden dat belanghebbende zich laat vertegenwoordigen.

Formele vereisten

Een bezwaar dient aan een aantal wettelijke eisen te voldoen. Zo moet het bezwaar onder andere schriftelijk zijn, ingediend worden bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt, ondertekend zijn, de naam en het adres van de indiener bevatten, de gronden van het bezwaar bevatten, gedagtekend zijn, tijdig zijn ingediend, een omschrijving bevatten van het besluit waartegen het is gericht. Daarnaast moet de inspecteur een hersteltermijn van doorgaans twee weken bieden voor het herstellen van een formeel gebrek aan een bezwaarschrift.
Indiening per e-mail geldt niet als schriftelijk. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om bezwaarschriften niet (of summier) te motiveren gemotiveerd. Dit is een zogenoemde pro-formabezwaar. Zodoende wordt geprobeerd de relatief korte termijn van zes weken waarbinnen bezwaar moet worden gemaakt, enigszins te verlengen.

De bezwaarprocedure

Voordat een bestuursorgaan, zoals de belastingdienst, op het bezwaar beslist, wordt belanghebbende in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. De hoorplicht vormt een essentieel onderdeel van de bezwaarschriftprocedure. Daarom moet de inspecteur, alvorens hij uitspraak doet op het bezwaarschrift, belastingplichtige in de gelegenheid hebben gesteld om te worden gehoord. Dit is anders indien de inspecteur geheel aan het bezwaar tegemoetkomt, het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is. In die gevallen kan een uitnodiging voor een hoorgesprek achterwege blijven.
In bezwaar is het recht te worden gehoord, gekoppeld aan het recht op inzage in de op de zaak betrekking hebbende stukken. De Belastingdienst legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste een week voor de belastingplichtige ter inzage. Ook heeft de belastingplichtige in de bezwaarfase recht op inzage in zijn dossier. Voorgaande kan de belastingplichtige alleen geldend maken wanneer hij verzoekt om te worden gehoord.

Beslissing op bezwaar

De Belastingdienst beslist op het bezwaar binnen zes weken nadat de bezwaartermijn is verstreken dan wel nadat het bezwaar compleet is. De beslistermijn kan eenzijdig voor ten hoogste zes weken worden verlengd. Langer uitstel is mogelijk indien de belastingplichtige daarmee instemt. Door strak de hand te houden aan de termijn waarbinnen de inspecteur uitspraak op bezwaar moet doen, wordt voorkomen dat een belastingplichtige lang in onzekerheid verkeert omdat hij op de beslissing van de inspecteur moet wachten.

Informatieplicht

De twee belangrijkste bepalingen inzake de informatieverplichting zijn art. 47, lid 1, en art. 49 AWR. Art. 47, lid 1, AWR bepaalt dat een belastingplichtige is gehouden onder andere maar niet uitsluitend gegevens, inlichtingen, boeken, bescheiden aan de belastinginspecteur ter beschikking te stellen welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing. Art. 49 bepaalt op welke wijze de gegevens en inlichtingen dienen te worden verstrekt.
Ook kan de inspecteur in de bezwaarfase nog een informatiebeschikking nemen, die tot gevolg kan hebben dat de bewijslast wordt omgekeerd. Hierbij is vereist dat de belastingplichtige, ook nadat de inspecteur hier een aantal keren om heeft verzocht, niet heeft voldaan aan de (wettelijke) informatieverplichting. De inspecteur kan dan een informatiebeschikking uitreiken. De informatiebeschikking van de inspecteur leidt tot omkering van de bewijslast. Hierdoor moet de belastingplichtige bewijzen dat de aanslag die de inspecteur heeft opgelegd niet juist is. Het is dus niet in alle gevallen gunstig de bezwaarfase langer te laten voortduren dan strikt nodig is.

‘Overslaan’ bezwaarprocedure (prorogatie)

De belanghebbende kan rechtstreeks beroep instellen bij de belastingrechter indien voorafgaande aan het bezwaar, doorgaans bij de aanslagregeling, het geschil al uitvoerig is besproken en uitgepluisd. Het voorgaande wordt prorogatie genoemd.
Indien de inspecteur instemt met het verzoek om prorogatie, wordt de bezwaarfase overgeslagen en stuurt de inspecteur het bezwaarschrift door aan de rechtbank en velt de belastingrechter een oordeel over het geschil. Een procedure waarin het antwoord op een rechtsvraag centraal staat, is doorgaans meer geschikt voor prorogatie, vergeleken met een procedure waarin ook feiten worden betwist. Het overslaan van de bezwaarfase levert in zo’n geval tijdwinst op.

Contact

De fiscaal advocaten van AG Hart advocaten kunnen u ondersteunen bij maken van bezwaar tegen een beslissing of bij het voeren van een (beroeps)procedure tegen de Belastingdienst. Binnen AG Hart Advocaten zijn er advocaten die ervaring en kennis hebben in fiscale procedures. Wij hebben in tegenstelling tot belastingadviseurs geen belang bij een vriendschappelijke relatie met de belastinginspecteur. Deze onafhankelijke positie stelt de advocaten van AG Hart Advocaten in staat uw belangen optimaal te behartigen en te zorgen voor het maximale resultaat.