AG Hart Advocaten

In hartje Rotterdam.

Beëindiging franchiseovereenkomst

Een franchiseovereenkomst eindigt meestal op de overeengekomen einddatum. Er kan ook sprake zijn van tussentijdse beëindiging, maar dit zal niet vaak voorkomen. In de franchiseovereenkomst zijn doorgaans bepalingen opgenomen over de beëindiging van de franchiseovereenkomst. Beide partijen moeten doorgaans een opzegtermijn naleven wanneer zij willen opzeggen. De opzegtermijn ligt voor een duurovereenkomst van 5 jaar, gemiddeld tussen de zes maanden tot één jaar.

 Wanneer de franchiseovereenkomst eindigt dienen er een aantal zaken te worden geregeld. Wanneer er nog betalingen over en weer moeten geschieden, dient dat te worden afgerekend. Verder zal de franchisenemer geen gebruik meer mogen maken van het merk en de handelsnaam. Zaken die eigendom zijn van de franchisegever moeten worden teruggegeven. Partijen dienen de afspraken uit de franchiseovereenkomst na te komen, zodat er geen geschillen zullen voortvloeien uit de beëindiging.

Na de einddatum kunnen bepaalde afspraken uit de franchiseovereenkomst doorlopen, zoals een geheimhoudings-, een concurrentie– of relatiebeding. Als één zo’n afspraak wordt geschonden kan de andere partij aanspraak hebben op een boete welke is overeengekomen tussen partijen. Tevens kan er sprake zijn van een terugkoopprijs. De franchisegever heeft dan het recht om bepaalde zaken terug te kopen tegen een vastgestelde koopprijs. Deze zaken en prijzen worden in de franchiseovereenkomst opgenomen.

 Stilzwijgende verlenging:

In de franchiseovereenkomst wordt een beding opgenomen waarin staat dat de overeenkomst stilzwijgend wordt verlengd wanneer zowel franchisegever als franchisenemer niet opzegt. Het is dus van belang dat de franchisenemer – wanneer hij wil opzeggen – de in de franchiseovereenkomst neergelegde opzegtermijn hanteert. Anders kan het namelijk voorkomen dat de franchisenemer te laat opzegt of vergeet op te zeggen, en dat de franchiseovereenkomst dan stilzwijgend met 5 jaar wordt verlengd.

 Tussentijdse beëindiging:

Waar doorgaans de franchiseovereenkomst eindigt op de einddatum, kan er ook sprake zijn van tussentijdse beëindiging. Dit komt veelal voor wanneer er sprake is van wanprestatie aan de kant van de franchisegever. In de jurisprudentie is er nog geen duidelijke lijn zichtbaar over tussentijdse beëindiging. De zaken zijn zeer casuïstiek en alle omstandigheden van het geval worden meegewogen. Toch zijn een aantal zaken van groot belang als franchisenemer de franchiseovereenkomst tussentijds wil ontbinden.

 Wanneer de franchisegever geen ondersteuning biedt aan de franchisenemers (terwijl franchisenemers hier om vragen) en wanneer de franchisegever zich niet houdt aan dergelijke afspraken uit de franchiseovereenkomst kan er sprake zijn van wanprestatie. De franchisenemers moeten zich wel houden aan de franchiseovereenkomst en de franchisegever op zijn tekortkomingen wijzen. Wanneer de franchisegever alsnog nalaat, zelfs na diverse klachten, om de franchisenemers te ondersteunen of de franchiseovereenkomst na te leven kan een ontbinding van de kant van de franchisenemer worden gerechtvaardigd.

 De tekortkomingen van de franchisegever moeten wel aantoonbaar zijn en de franchisenemer moet de franchisegever wel in de gelegenheid stellen om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Wordt hier geen gehoor aan gegeven, dan kan er grond voor ontbinding van de franchiseovereenkomst zijn.