AG Hart Advocaten

In hartje Rotterdam.

Verzuim en ingebrekestelling

Om een overeenkomst te ontbinden moet de wederpartij in beginsel in verzuim zijn. Voor het intreden van verzuim is een ingebrekestelling in beginsel een vereiste. De eis van verzuim wordt alleen gesteld wanneer de prestatie nog mogelijk is. Verzuim is een gekwalificeerde vorm van te laat presteren. Te laat nakomen gaat pas over in verzuim, wanneer aan de wettelijke vereisten van artikel 6:81 e.v. BW is voldaan. De elementen van verzuim zijn: 

  • uitblijven van de prestatie;

  • opeisbaarheid;

  • nakoming moet nog mogelijk zijn;

  • toerekenbaarheid;

  • ingebrekestelling. 

In beginsel is voor verzuim een ingebrekestelling met aanmaning vereist. Een ingebrekestelling moet schriftelijk plaatsvinden. De schuldeiser stelt een termijn waarin nog kan worden nagekomen door de schuldeiser. Een ingebrekestelling heeft een aantal vereisten: 

  • er moet duidelijk nakoming worden geëist;

  • ook moet het duidelijk zijn wat er wordt gevorderd en wat de grondslag van de vordering is;

  • er moet een duidelijke termijn worden aangegeven. 

In artikel 6:83 BW worden drie gevallen genoemd waarin verzuim van rechtswege intreedt, waardoor een ingebrekestelling niet vereist is: 

  • Als er sprake is van een fatale termijn. Een termijn in een verbintenis is in beginsel fataal, tenzij blijkt dat de termijn een andere strekking heeft.

  • Wanneer er sprake is van schade door onrechtmatige daad of wanprestatie.

  • Wanneer uit een mededeling van de schuldenaar is af te leiden, dat deze zijn prestatie niet gaat nakomen.