AG Hart Advocaten

Ons Team.

Rechtspersonen

 

De titels aangaande de overige rechtspersonen (vereniging, stichting, coöperatie, liggen verspreid over boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

 

Oprichting

Afhankelijk van de aard van de op te richten rechtspersoon, kan de oprichtingshandeling een eenzijdige rechtshandeling (één partij) zijn, of is een meerzijdige rechtshandeling (meerdere partijen) vereist. Voor de vereniging, de coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij eist de wetgever uitdrukkelijk een meerzijdige rechtshandeling. Daarentegen kan een stichting bij eenzijdige rechtshandeling worden opgericht.

 

Organisatie

Voor de organisatie van de vereniging geldt dat er sprake moet zijn van leden en dat er regels moeten zijn vastgesteld volgens welke zij willen samenwerken (art. 2:26 BW). Uit andere bepalingen blijkt dat er bij de vereniging in elk geval een bestuur en een algemene vergadering moet zijn, en dat de leden stemrecht hebben in de algemene vergadering.

 Ten aanzien van de stichting is de enige organisatorische eis die de wet stelt dat zij geen leden kent (art. 2:285 BW). De stichting kent wel een bestuur, zoals iedere rechtspersoon (art. 2:291 BW).

 De coöperatie is een als coöperatie opgerichte vereniging welke leden kent (art. 2:53 lid 1 BW). Net als de vereniging heeft zij een bestuur en een algemene vergadering (art. 2:53a BW). Hetzelfde geldt ten aanzien van de onderlinge waarborgmaatschappij (art 2:53 lid 2 BW en art 2:53a BW). Het verschil tussen de twee rechtspersonen is gelegen in hun doel welke hierna ter sprake zal komen.

 

Doel

Voor het doel van de vereniging heeft de wet twee beperkingen gegeven (art 2:27 BW):

 het mag geen coöperatief doel hebben of een verzekeringsbedrijf uitoefenen, en;

  • het mag geen winst onder haar leden verdelen.

 Er is overigens geen verbod om een commercieel doel na te streven. De winstverdeling dient alleen plaats te vinden buiten de leden en/of bestuursleden.

De beperkingen die op dit punt aan de stichting zijn opgesteld zijn als volgt (art. 2:285 BW)

  • het doel van stichting mag niet inhouden het doen van uitkeringen aan oprichters of aan hen die deel uitmaken van haar organen noch ook aan anderen tenzij wat deze laatsten betreft de uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben.

Het doel van de coöperatie luidt:

  • het ‘ in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden voorzien krachtens overeenkomsten, anders dan van verzekering, met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent en doet uitoefenen’.

Voor de onderlinge waarborgmaatschappij geldt het volgende doel:

 statutair dient te worden vastgelegd dat zij met haar leden verzekeringsovereenkomsten dient te sluiten en mogelijk anderen in het kader van een wettelijke regeling verzekerd dient te houden.

AG Hart Advocaten heeft een solide juridische strategie ontwikkelend voor (onder andere) de volgende punten: 

  • een bedrijf starten, kopen of verkopen;

  • het aangaan van samenwerkingsverbanden;

  • een nieuwe structuur opzetten;

  • het uitbreiden en/of nieuwe activiteiten ontplooien;

  • doeloverschrijding;

  • nietigheid en vernietiging van besluiten;

  • vertegenwoordigingsbevoegdheid;

  • ontbinding.

Mocht u vragen hebben aangaande één van deze onderwerpen, dan helpen wij u graag verder.

 

 

 

Mr. J.S. (Jeff) 't Hart

Jeff ’t Hart startte zijn juridische loopbaan bij een internationaal advocatenkantoor en heeft zich in de loop der jaren steeds meer toegelegd op het (internationale) contracten- en verbintenissenrecht met als specialisaties franchise- en andere samenwerkingsverbanden en alle daaraan gerelateerde rechtsgebieden.

Hij was oprichter van het gespecialiseerde ‘niche’ advocatenkantoor Hart Legal Franchise Advocaten (HLF), thans AG Hart Advocaten. Hij staat dagelijks zowel toonaangevende (franchise)organisaties als individuele en collectieve (franchise)ondernemers en (franchise)verenigingen met raad en daad bij.

Daarnaast is hij als docent verbonden aan zowel diverse gespecialiseerde franchiseopleidingen als hogere en universitaire onderwijsinstellingen. Zo is Jeff ’t Hart docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam/Erasmus School of Law.

Voorts is hij (ondermeer) lid van de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV), de Vereniging voor Distributie-, Franchise en Agentuurrecht (DFA) en behoort hij tot de commissie certificaatzaken van het FranchiseKeurmerk (FK).

Mr. H.G. (Henk) Hilgevoord

Henk Hilgevoord (of counsel) heeft – naast kennis van Retail- en franchiserecht – bijzondere expertise op het gebied van (arbeids)contractenrecht, ondernemingsrecht, vastgoed en onrechtmatige daad. Hij is actief in zowel de advies- als procespraktijk en heeft een jarenlange ervaring opgebouwd in juridische dienstverlening aan ondernemers en brancheorganisaties. Daarnaast is hij huisadvocaat van ondernemingen in de groothandel, detailhandel, vastgoed en dienstverlening.