Franchiseovereenkomsten betreffen veelal overeenkomsten voor bepaalde tijd. Overeenkomsten die voor een bepaalde duur zijn aangegaan zijn in principe niet tussentijds opzegbaar, tenzij dit contractueel uitdrukkelijk is overeengekomen en dan uitsluitend in de beschreven situaties. Daarnaast geldt de wettelijke mogelijkheid tot het inroepen van ontbinding wegens een tekortkoming in de nakoming. Wanneer deze nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is, is geen verzuim vereist. Dit betekent dat er geen voorafgaande sommatie in dat geval vereist is. Wel geldt ingevolge de wettelijke uitzonderingsclausule, dat de tekortkoming voldoende ernstig dient te zijn om de ontbinding te rechtvaardigen.

Kan een franchisenemer die ten gevolge van overheidsmaatregelen verplicht is zijn ondernemingsactiviteiten te staken, vergelijk kappers, horeca-gelegenheden, de franchiseovereenkomst ontbinden? Nee, want de franchisegever heeft geen invloed op deze door de overheid afgekondigde maatregelen. Het niet kunnen exploiteren is niet een gevolg van niet nakoming door franchisegever. Het niet kunnen exploiteren door franchisenemer als gevolg van overheidsmaatregelen zorgt ervoor dat de niet nakoming van een op franchisenemer rustende exploitatieplicht niet aan hem toerekenbaar is. Hij kan dus niet in verzuim gesteld worden en is daardoor niet schadeplichtig jegens de franchisegever. Nu voor ontbinding geen verzuim is vereist, ingeval van tijdelijke of blijvende onmogelijkheid tot nakoming, rijst de vraag of een franchisegever aldus met succes de ontbinding van de franchiseovereenkomst kan inroepen. Ook deze vraag moet ontkennend worden beantwoord, zeker wanneer voorzienbaar is dat de tekortkoming van een overzichtelijke tijdelijke duur is. In dat geval is het ontbinden van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Alsdan dient een belangenafweging plaats te vinden en dienen de belangen van de schuldeiser te wijken voor het belang van de schuldenaar bij instandhouding van de overeenkomst.

De Corona crisis betreft een exceptionele, buitensporige situatie, die door de meeste partijen niet zal zijn voorzien. Er kan derhalve sprake zijn van overmacht. Dit is mede afhankelijk van wat partijen hierover in het contract hebben afgesproken. Hierin kunnen de omstandigheden die overmacht opleveren verruimd dan wel beperkt zijn ten opzichte van de wet. Overigens kan alleen de schuldenaar een beroep doen op overmacht. In deze situatie kan van de schuldenaar die niet nakomt, geen schadevergoeding worden gevorderd.

Wat kunnen partijen dan wel doen? Partijen dienen bij de uitvoering van een overeenkomst te kijken naar elkaars wederzijdse belangen en daarmee rekening te houden. Zij zouden mitsdien met elkaar in overleg kunnen treden voor een (tijdelijke) aanpassing van de franchiseovereenkomst, bijvoorbeeld om de lasten evenredig(er) e verdelen. Soms is een dergelijke onderhandelingsplicht reeds in de overeenkomst opgenomen. Wanneer een van partijen kan de meest belanghebbende partij zich tot de rechter wenden. Uit hoofde van de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid kan de rechter het contract aanvullen dan wel bijvoorbeeld een onderhandelingsplicht aannemen. Tot slot biedt de wet aan de rechter nog de mogelijkheid om in een uitzonderlijke, door partijen onvoorzienbare situatie het contract te wijzigen, wanneer ongewijzigde instandhouding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit betreft echter een zeer strenge toets waar de rechter zeer terughoudend mee omgaat.

Juist vanwege de omstandigheid dat franchise een vorm van commerciële samenwerking betreft tussen franchisegever en franchisenemers, waarbij op de franchisegever een zekere zorgplicht rust om de franchisenemers te ondersteunen en zo nodig bijstand te verlenen, lijkt het redelijk dat partijen gezamenlijk tot een oplossing komen, waarbij franchisegever de franchisenemer zoveel mogelijk ontlast en hem daar waar mogelijk bijstaat in deze economisch zware tijden. De franchisegever kan de franchisenemer in ieder geval helpen en adviseren bij het gebruik maken van door de overheid geboden steunmaatregelen. Verder kan er sprake zijn van opschorting van betalingsverplichtingen, bijvoorbeeld voor de fee indien deze niet volledig omzetgerelateerd is. Verder kan gedacht worden aan een opschorting van de huurprijs voor het pand van waaruit de onderneming wordt gedreven c.q. huurvermindering te regelen bij een derde verhuurder. Ook het marketingbudget zou naar beneden kunnen worden bijgesteld of in overleg en na goedkeuring van de franchisenemers voor een ander doel kunnen worden gebruikt. Immers als er geen exploitatie mogelijk is, lijkt het maken van reclame tijdens deze sluitingssituatie niet zinvol. De redelijkheid en billijkheid kan tevens met zich meebrengen dat de verdeling van de schadelijke gevolgen van de Corona crisis niet evenredig worden verdeeld, maar dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

Het ultieme doel is dat er uiteindelijk na opheffing van de ondernemers beperkende overheidsmaatregelen weer sprake zal zijn van een gezonde bedrijfsvoering bij de franchisenemers, waardoor het merk en de goodwill zijn kracht behoudt. Het franchisenetwerk zal de gevolgen van de crisis dan beter doorstaan en zo mogelijk nagenoeg intact blijven, hetgeen in het belang is van alle partijen bij een franchiseorganisatie, ook die van franchisegever zelve.

De Corona crisis biedt aldus een goede gelegenheid om te laten zien dat franchise een duidelijke meerwaarde heeft ten opzichte van individueel ondernemerschap. Juist nu franchise het de laatste tijd publiekelijk steeds meer moet ontgelden, zou het goed zijn om nu de schouders er gezamenlijk onder te zetten.

Mr A.F. (Afien) Beiboer