Alle Blogs
8 min read

Richtinggevende Rechtspraak: Leen Bakker Moet Franchisenemer Compenseren na Beëindiging Franchiseovereenkomst

In een baanbrekende zaak die als richtinggevend wordt beschouwd voor franchisegeschillen, stond de beëindiging van een langdurige franchiseovereenkomst tussen Leen Bakker en een franchisenemer centraal.

Published on
August 16, 2024
Bijdragers
Mr. J.S. (Jeff) ’t Hart
Founding Partner
Neem Contact ons op.
Read about our privacy policy.
Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.

In een baanbrekende zaak die als richtinggevend wordt beschouwd voor franchisegeschillen, stond de beëindiging van een langdurige franchiseovereenkomst tussen Leen Bakker en een franchisenemer centraal. De uitspraak benadrukt hoe belangrijk het is voor franchisegevers om zorgvuldig om te gaan met opzeggingen, vooral wanneer deze betrekking hebben op langlopende overeenkomsten. Het gerechtshof oordeelde dat Leen Bakker de franchisenemer financieel moest compenseren, ondanks dat de opzegging zelf rechtsgeldig was.

De Feiten van de Zaak

Sinds 1 september 1996 hadden Leen Bakker en de franchisenemer een franchiseovereenkomst gesloten voor een initiële periode van tien jaar, met de mogelijkheid van stilzwijgende verlenging voor vijf jaar, tenzij er tijdig werd opgezegd. Op 28 juli 2020 maakte Leen Bakker bekend de overeenkomst te willen beëindigen met een einddatum van 31 augustus 2021.

De franchisenemer betwistte deze opzegging en voerde aan dat Leen Bakker niet het recht had om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. Mocht de opzegging toch rechtsgeldig worden verklaard, dan eiste de franchisenemer in ieder geval een schadevergoeding voor de gevolgen van het beëindigen van de samenwerking.

Argumenten van Leen Bakker

Leen Bakker verdedigde de opzegging door aan te geven dat het bedrijf wilde stoppen met de franchiseformule en zich volledig wilde richten op het openen en exploiteren van eigen winkels. Volgens Leen Bakker was dit besluit gestoeld op bedrijfseconomische redenen die zwaarwegend genoeg waren om de franchiseovereenkomst te beëindigen.

Daarnaast voerde Leen Bakker aan dat de franchisenemer geen recht had om na de einddatum van 31 augustus 2021 de winkel te blijven exploiteren. Volgens Leen Bakker zou de onderneming hierdoor onterecht schade lijden, en vorderde daarom een verklaring dat de franchisenemer aansprakelijk was voor deze schade.

Argumenten van de Franchisenemer

De franchisenemer stelde dat de aangevoerde redenen van Leen Bakker onvoldoende zwaarwegend waren om de franchiseovereenkomst te beëindigen. Volgens de franchisenemer was de beslissing onredelijk, zeker gezien de lange samenwerking en de afhankelijkheid van de franchisenemer van de franchiseformule van Leen Bakker. Daarnaast werd aangevoerd dat Leen Bakker geen vergoeding had aangeboden, ondanks de aanzienlijke impact die de beëindiging op de franchisenemer zou hebben.

Het Oordeel van het Gerechtshof

Het hof oordeelde dat Leen Bakker inderdaad voldoende bedrijfseconomische redenen had om de franchiseovereenkomst op te zeggen. Het was aannemelijk dat het bedrijf schade zou lijden door de voortzetting van de winkel door de franchisenemer na de einddatum, en daarmee werd de opzegging zelf als gerechtvaardigd beschouwd.

Echter, het hof vond ook dat Leen Bakker onzorgvuldig had gehandeld door geen enkele vergoeding aan te bieden aan de franchisenemer. Gezien de langdurige relatie, de gewekte verwachtingen en de afhankelijkheid van de franchisenemer, was de opzegging zonder schadevergoeding onaanvaardbaar volgens de maatstaven van redelijkheid en billijkheid.

Schadevergoeding voor de Franchisenemer

Hoewel de opzegging zelf geldig was, had Leen Bakker moeten voorzien in een vorm van compensatie voor de franchisenemer. Het hof oordeelde dat de franchisenemer recht had op een schadevergoeding, waarvan de hoogte later in een afzonderlijke schadestaatprocedure zou worden bepaald.

Cassatieberoep en Advies van de Procureur-Generaal

Beide partijen gingen in cassatie tegen de uitspraak. Leen Bakker was het niet eens met de opgelegde schadevergoeding en de franchisenemer betwistte nog steeds de rechtsgeldigheid van de opzegging. De procureur-generaal adviseerde de Hoge Raad echter om het cassatieberoep te verwerpen. Hij oordeelde dat het hof terecht had geoordeeld dat de opzegging rechtsgeldig was en dat het opleggen van een schadevergoeding conform de maatstaven van redelijkheid en billijkheid correct was toegepast.

Daarnaast wees de procureur-generaal de incidentele klachten van Leen Bakker af, waaronder de stelling dat het bedrijf ten onrechte aansprakelijk werd gehouden voor de schade van de franchisenemer.

Belang van Redelijkheid en Billijkheid bij Beëindiging van Duurovereenkomsten

Deze uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid bij het beëindigen van franchiseovereenkomsten, vooral wanneer het gaat om langlopende relaties. Zelfs wanneer een franchisegever juridisch gezien gerechtigd is om een overeenkomst te beëindigen, kan het alsnog verplicht zijn om een schadevergoeding aan te bieden aan de franchisenemer. Dit geldt met name in situaties waar de beëindiging aanzienlijke negatieve gevolgen heeft voor de franchisenemer, zoals verlies van inkomen, investeringen of andere belangen die tijdens de samenwerking zijn ontstaan.

De zaak van Leen Bakker toont aan dat franchisegevers er niet zomaar vanuit kunnen gaan dat het beëindigen van een overeenkomst zonder compensatie toelaatbaar is, zelfs als de contractuele voorwaarden dat toestaan. Het hof hanteerde de maatstaven van redelijkheid en billijkheid als een belangrijke toets bij de beoordeling van de opzegging en de gevolgen daarvan.

Wat kunnen Franchisegevers en Franchisenemers hieruit leren?

Franchisegevers moeten zich realiseren dat bij de beëindiging van franchiseovereenkomsten niet alleen de contractuele bepalingen tellen, maar ook de redelijkheid en billijkheid ten opzichte van hun franchisenemers. Het bieden van compensatie bij beëindiging kan een noodzakelijke stap zijn om juridische conflicten te vermijden. Voor franchisenemers is het belangrijk om zich bewust te zijn van hun rechten en om bij beëindiging aanspraak te maken op een eerlijke vergoeding wanneer de opzegging negatieve gevolgen voor hen heeft.

Het inschakelen van juridisch advies is cruciaal om ervoor te zorgen dat beide partijen bij beëindiging van een franchiseovereenkomst hun rechten en plichten op de juiste manier naleven.

Voor advies over de opzegging van franchiseovereenkomsten en de bescherming van uw rechten als franchisegever of franchisenemer, neem contact op met een van de specialisten van AG Hart Advocaten.