Alle Blogs
8 min read

Nietigheid Non-Concurrentiebeding en Toedeling van Leads: Een Belangrijke Uitspraak

Op 10 juni 2024 deed de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag een opmerkelijke uitspraak in een zaak tussen een zelfstandig makelaar en franchisenemer Makelaarsgilde Leiden B.V., een franchisenemer van RE/MAX Nederland.

Published on
August 8, 2024
Bijdragers
Mr. D.F.P. (Diana) van Arkel
Managing Partner
Neem Contact ons op.
Read about our privacy policy.
Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.

Op 10 juni 2024 deed de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag een opmerkelijke uitspraak in een zaak tussen een zelfstandig makelaar en franchisenemer Makelaarsgilde Leiden B.V., een franchisenemer van RE/MAX Nederland. Het geschil draaide om de nietigheid van een non-concurrentiebeding en de toedeling van leads binnen het RE/MAX netwerk. Deze zaak biedt belangrijke inzichten in de rechtsgeldigheid van non-concurrentiebedingen binnen franchiseovereenkomsten en het recht op toewijzing van leads bij de beëindiging van een franchisecontract.

Achtergrond van de Zaak

Eiseres, een zelfstandig makelaar die werkte onder de franchisevlag van RE/MAX via Makelaarsgilde, wilde de samenwerking beëindigen. In 2019 hadden beide partijen een agentenovereenkomst gesloten. Onder deze overeenkomst kreeg eiseres, in ruil voor een deel van haar inkomsten, toegang tot het merk RE/MAX en de bijbehorende systemen en leads.

De overeenkomst bevatte echter ook een non-concurrentiebeding, dat eiseres zou beperken in haar mogelijkheden om als makelaar te werken na beëindiging van de samenwerking. Het beding verbood haar gedurende 24 maanden enige makelaarsactiviteiten uit te voeren in het werkgebied van Makelaarsgilde, onder dreiging van een boete van € 50.000.

Daarnaast stopte Makelaarsgilde eind maart 2024 abrupt met het toedelen van leads, wat leidde tot een aanzienlijk inkomensverlies voor eiseres. Dit bracht haar ertoe een kort geding aan te spannen om zowel het non-concurrentiebeding als de stopzetting van leads aan te vechten.

Het Geschil

Eiseres vorderde in het kort geding dat het non-concurrentiebeding zou worden geschorst, omdat zij vond dat het beding onredelijk en nietig was volgens de wetgeving over franchiseovereenkomsten, met name artikel 7:920 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit wetsartikel stelt dat non-concurrentiebedingen in franchiseovereenkomsten aan strenge voorwaarden moeten voldoen, zoals een beperking in tijd en geografisch gebied.

Daarnaast verzocht eiseres dat Makelaarsgilde haar verplicht zou blijven voorzien van leads tot de daadwerkelijke beëindiging van de samenwerking, aangezien deze leads een belangrijk deel van haar inkomsten vormden.

Oordeel van de Rechter

De voorzieningenrechter oordeelde in het voordeel van eiseres op beide punten:

1. Nietigheid van het Non-Concurrentiebeding

De rechter stelde vast dat de overeenkomst tussen eiseres en Makelaarsgilde juridisch gezien een franchiseovereenkomst was. Dit betekende dat het non-concurrentiebeding moest voldoen aan de wettelijke vereisten voor franchiseovereenkomsten, zoals opgenomen in artikel 7:920 lid 2 BW. Omdat het beding een te lange periode van concurrentiebeperking omvatte (24 maanden) en niet voldoende gemotiveerd was, oordeelde de rechter dat het nietig was. Hierdoor mocht Makelaarsgilde zich niet langer beroepen op het beding en werd eiseres vrijgesteld van de beperkingen om als makelaar te opereren na beëindiging van de overeenkomst.

2. Toedeling van Leads

Wat betreft de toedeling van leads, oordeelde de rechter dat Makelaarsgilde contractbreuk pleegde door eenzijdig te stoppen met het toewijzen van leads, zonder dat er sprake was van een formele opzegging van de overeenkomst. Leads waren een essentieel onderdeel van het inkomen van eiseres, en de abrupt gestopte toewijzing werd gezien als in strijd met de gemaakte afspraken.

De rechtbank veroordeelde Makelaarsgilde daarom om de gebruikelijke toewijzing van leads en taxaties onmiddellijk te hervatten, op straffe van een dwangsom van € 1.000 per niet-toegewezen lead, met een maximum van € 20.000.

Gevolgen voor de Partijen

Makelaarsgilde werd grotendeels in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten van eiseres betalen, begroot op € 1.717,37. Dit bedrag omvatte de kosten van juridische bijstand, griffierechten en andere gerechtskosten.

Hoewel de uitspraak in kort geding niet definitief is, biedt het een duidelijk signaal voor franchisegevers en -nemers over het belang van correcte juridische afspraken in franchiseovereenkomsten, vooral als het gaat om non-concurrentiebedingen en de verantwoordelijkheden tijdens het beëindigen van de samenwerking. Mocht Makelaarsgilde de uitspraak willen aanvechten, dan staat hen nog een bodemprocedure ter beschikking voor een definitieve uitspraak.

Belang van Deze Uitspraak

Deze uitspraak benadrukt enkele belangrijke principes omtrent franchiseovereenkomsten:

  1. Strikte eisen voor non-concurrentiebedingen in franchisecontracten: Franchisegevers moeten zich bewust zijn van de strenge wettelijke eisen die gelden voor non-concurrentiebedingen in dergelijke overeenkomsten. Een te lange of te beperkende concurrentieclausule kan als onredelijk worden gezien en daardoor nietig worden verklaard.
  2. Contractuele verplichtingen blijven gelden tot beëindiging van de overeenkomst: De uitspraak onderstreept dat franchisegevers hun verplichtingen, zoals het toewijzen van leads, moeten blijven nakomen tot de samenwerking formeel wordt beëindigd. Het eenzijdig stopzetten van essentiële diensten kan leiden tot gerechtelijke maatregelen.
  3. Redelijkheid en billijkheid bij beëindiging van franchiseovereenkomsten: Dit vonnis biedt een belangrijke richtlijn voor hoe partijen zich moeten gedragen bij het beëindigen van een franchiseovereenkomst. Onredelijke beperkingen of acties zonder goede onderbouwing kunnen juridische gevolgen hebben.

Conclusie

De uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2024 biedt belangrijke lessen voor franchisegevers en franchisenemers. Non-concurrentiebedingen moeten voldoen aan de wetgeving en mogen geen onredelijke beperkingen opleggen aan de franchisenemer. Daarnaast moeten alle contractuele verplichtingen, zoals de toedeling van leads, volledig worden nagekomen tot de beëindiging van de samenwerking.

Voor franchisenemers is het essentieel om juridische hulp in te schakelen bij conflicten over non-concurrentiebedingen of andere contractuele kwesties. Voor franchisegevers is het belangrijk om hun contracten zorgvuldig te formuleren en te zorgen dat ze aan de wettelijke vereisten voldoen om toekomstige geschillen te voorkomen.

Heeft u advies nodig over franchiseovereenkomsten of arbeidsrechtelijke kwesties? Neem dan contact op met Diana v Arkel, specialist in franchiserecht bij AG Hart Advocaten.