Het opnemen van èn een concurrentiebeding èn een relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is mogelijk, maar de kans is groot dat een rechter, op verzoek van de werknemer vaak pas achteraf, één of beide bedingen geheel of gedeeltelijk zal vernietigen op de grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dit (of deze) beding(en) onbillijk wordt benadeeld.
Bij deze beoordeling wordt door de rechter enerzijds afgewogen het (bedrijfs-)belang van de werkgever, zoals bijvoorbeeld het voorkomen van verlies van klanten bij beëindiging van de arbeidsrelatie met een werknemer tegen anderzijds het belang (lees: het recht) van de werknemer op een vrije arbeidskeuze.
Het huidige (sinds 1 januari 2015 geldende) artikel 7:653 lid 5 BW bepaalt in het bijzonder dat, indien sprake is van een beding dat de werknemer in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van de werkgever werkzaam te zijn, de rechter de werkgever alsdan kan verplichten voor de duur van de beperking aan de werknemer een vergoeding te betalen.
Met deze huidige wettelijke regeling, waarbij het ook niet is toegestaan in een arbeidscontract voor bepaalde tijd een concurrentiebeding op te nemen, tenzij de werkgever uitvoerig schriftelijk in het contract motiveert welk zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang daarmee gediend is, toont de wetgever (in lijn met de jurisprudentie) aan te streven naar een ontmoedigingsbeleid voor het opnemen van überhaupt een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst.
Over het algemeen wordt een relatiebeding beschouwd als een vorm van het concurrentiebeding. Ook hiervoor geldt aldus dat het op schrift dient te zijn gesteld. Naar verluidt, heeft de wetgever er echter voor gekozen het relatiebeding niet onder de werking van artikel 7:653 BW te laten vallen, maar in de rechtspraak denkt men daar toch vaak anders over. Met andere woorden: het is aan te bevelen ook het relatiebeding, opgenomen in contracten voor bepaalde tijd, concreter te motiveren.
Er kan vaak eenvoudig worden volstaan met slechts een relatiebeding in een arbeidsovereenkomst (zonder daarnaast een concurrentiebeding met bijvoorbeeld geografische beperking), omdat het rechtens te respecteren belang van een werkgever bij een relatiebeding is het voorkomen van verlies van klanten bij beëindiging van de arbeidsrelatie met een werknemer en tevens het voorkomen dat een werknemer door de kennis van de klanten of het klantenbestand van de werkgever zichzelf (of zijn nieuwe werkgever) een positie verschaft waarbij sprake is van ongerechtvaardigd voordeel in het concurrerend handelen.
Daar komt bij dat een relatiebeding de werknemer in beginsel niet beperkt in zijn mogelijkheden om zijn functie (bij een andere werkgever) uit te oefenen zodat er, gelet op voormeld belang van de werkgever, in het algemeen minder snel aanleiding zal bestaan een relatiebeding buiten toepassing te laten. De werknemer, die zich beroept op onbillijke schending van zijn belangen bij handhaving van het relatiebeding, zal dan ook feiten en omstandigheden moeten stellen en – bij betwisting – dienen te bewijzen, die gehele of gedeeltelijke vernietiging van het beding rechtvaardigen.
Tot slot geldt dat de werkgever, alvorens te besluiten een werknemer schriftelijk te binden aan een concurrentie- of relatiebeding, zich zal moeten afvragen of de desbetreffende medewerker in de uitoefening van zijn of haar functie überhaupt in aanraking komt of kan komen met klanten van het bedrijf en betrokken is bij de totstandkoming van bijvoorbeeld de aanbieding van prijzen of bekend is met de technieken die bestaan binnen het bedrijf en uiteraard ook op de hoogte is of moet worden geacht te zijn van de diverse marges die bij de prijsbepaling gehanteerd worden. Als dat het geval is en deze omstandigheden worden ook in de arbeidsovereenkomst als zodanig concreet nader omschreven, zal een dergelijk beperkend beding ook in rechte stand houden, althans minder bezwaarlijk worden geacht.
Het is voor een geldig relatiebeding overigens niet noodzakelijk alleen die klanten te benoemen die contact hebben gehad met de desbetreffende medewerker. Het gaat er immers om het totale klantenbestand van de werkgever te beschermen en dat de kennis daarvan door de medewerker niet wordt misbruikt. Wel dient omschreven te zijn om welke klanten het precies gaat, bijvoorbeeld:
“(…) de klanten van werkgever, waaraan deze direct of indirect haar zakelijke diensten verleent en/of de laatste 24 maanden heeft verleend, te rekenen vanaf de datum waarop het dienstverband eindigt.”
Voor vragen kunt u met ons contact opnemen. Uiteraard kunnen wij u ook van dienst zijn bij het opstellen van nieuwe arbeidscontracten of het screenen van bestaande arbeidscontracten.

mr. J. (Jeanette) van Londen